Dagboek 1943 – 1945

door: A.G. Verhulst

kampvrienden

door Karel

Ad Verhulst had in het kamp vele vrienden, ook buiten zijn eigen barak. Toon Bertina was een van zijn boezemvrienden, terwijl hij met anderen, zoals Jos de Jong, vooral zijn Zeeuwse afkomst deelde. Gelijktijdig onderhield hij goede contacten met Engelsen, Polen, Zuid-Afrikanen etc. In totaal worden er in het dagboek bijna 100 namen genoemd. Een groot aantal daarvan zijn in aparte berichten opgenomen. Gegevens over Nederlanders in het kamp kunnen in een database via krijgsgevangenen opgezocht worden.

Reacties:

Mijn vader (Pieter Speksnijder, kapper uit Bergambacht) heeft vanaf juni 1943 tot ongeveer februari 1944 in Stamlager Muhlbach Elbe IV B gevangen gezeten. Daarna is hij bij een boerderij te werk gesteld. Mijn vader is overleden toen ik 11 jaar was (1960) en heeft heel weinig verteld. Wel heb ik lang na zijn overlijden de brieven gevonden die hij schreef vanuit het kamp. Misschien heeft u informatie waardoor ik meer inzicht krijg van zijn verblijf daar.

Reactie van Jaap Speksnijder op 5 mei 2015

De naam Pieter Speksnijder wordt in het dagboek van mijn vader niet genoemd, maar uw vader heeft onder dezelfde omstandigheden geleefd en zal voor een groot deel dezelfde gebeurtenissen hebben meegemaakt als die mijn vader in zijn dagboek uitvoering beschrijft.

Reactie van Karel op 6 mei 2015

Mijn Vader Joop ter Meulen heeft vanaf july 1943 tot de bevrijding in het kamp gezeten. Hij heeft mij een boek vol met tekeningen en andere informatie nagelaten. (Hij is gestorven in feb 2003 op leeftijd van 84 jaar)Er zitten diverse illustraties van het kamp en kampleven bij. Hij kon toen al erg goed tekenen en later was schilderen zijn grote hobby.Zou graag meer willen weten want hij praatte nooit over de oorlog en wat hij precies heeft meegemaakt in dit kamp. Ook heeft mij deze dingen tijdens zijn leven nooit laten zien. Wie heeft hem gekend of was hij mee bevriend ?

Reactie van Erik ter Meulen op 23 maart 2016

Geachte heer Verhulst,

Mijn naam is Johannes A.G.M. Rutten en Jan L.M. Rutten, die in het dagboek op p. 108 en 139 genoemd wordt, was mijn oom. Hij staat ook digitaal op de lijst van medegevangenen. Er is een postkaart in mijn bezit geschreven door Jan uit kamp Mühlberg, aan mijn vader, eind december 1943. Daarin noemt hij o.a. hoe mooi Kerst 1943 daar was, en de voetbalwedstrijden die ook in het dagboek staan genoemd.
Er was ‘iets’ gebeurd met Jan in het kamp, zo werd mij verteld door mijn vader, ‘iets met zijn hoofd’, mede waaraan hij uiteindelijk in 1961 is bezweken. Wij wisten nooit wat precies. Ik ben zo dankbaar voor het dagboek, waardoor ik weet hoe het leven in het kamp was, hoe mijn oom aan het cabaret heeft meegedaan, genoten heeft van de Kerst, en ook hoe hij tijdens een stoeipartij in 1944 vanaf het stapelbed met zijn hoofd op de grond is gevallen, bewusteloos.
Het graf van Jan Rutten, kinderloos gestorven, bestaat nog en wordt door mij beheerd op het kerkhof Jonkerbos in Nijmegen.
Met dank voor uw inspanningen met deze publicatie, die mij zo veel heeft gebracht over het leven van mijn oom, en de meeste hoogachting

Hans Rutten, Nijmegen

Reactie van J. Rutten op 3 januari 2021

Geachte heer Rutten,
Bedankt voor uw reactie. Ik vind het waardevol dat u de inhoud van het dagboek van mijn vader kunt koppelen aan de spaarzame informatie over uw oom (zie ook p 85). Ik kan me goed voorstellen dat uw familie dacht nooit te zullen weten wat er was gebeurd. In het algemeen vertellen krijgsgevangenen na hun terugkeer weinig over hun ervaringen.
hoogachtend,
Karel Verhulst

Reactie van Karel op 4 januari 2021

Geef een nieuwe reactie